Prerequisites

Om de onboarding van Attic Sentinel bij eindklanten uit te voeren gelden een aantal vereisten:

• Een Global Administrator account in de tenant van de eindklant
• Een CSP subscription in de tenant van de eindklant, waarop de Global Admin Owner rechten heeft
• (tijdelijk) Attic voegt de Addon toe aan de eindklant zodat deze beschikbaar komt in Partner Portal.

Onboarding uitvoeren

1. Ga naar https://partner.zolder.io
2. Ga naar Applied Solutions
3. Selecteer de eindklant die je wilt onboarden.

Als er nog geen Premium Solution bestaat, dan dient deze eerst toegevoegd en onboard te worden.

4. Na het openen van de Solution, open de Onboarding tab
5. Voer de stap Azure Audit Logs uit.

Hier ga je ermee akkoord dat mogelijk extra kosten berekent worden voor de opgeslagen logging. Standaard zijn deze kosten zeer beperkt. Als extra, niet-standaard logs onboard worden, kunnen de kosten toenemen.

 

6. Voer de stap Enable Resource Providers uit (ingelogd in eindklant tenant)

Dit schakelt een aantal instellingen in op de CSP-subscription. In deze stap moet de Subscription ID opgegeven te worden.

 

7. Voer de stap Install Microsoft Sentinel uit (ingelogd in eindklant tenant)

Deze stap brengt je naar het Azure Portal, direct naar het Attic offer. Start de uitrol door op de Create button te drukken. Doorloop de Wizard en pas waar gewenst instellingen aan.

Na het doorsturen, is de Create knop op deze plek beschikbaar:

In de wizard kunnen een aantal instellingen opgegeven worden:

• Resource group: dit kan iedere willekeurige naamgeving zijn.
• Region: welke Azure region Sentinel uitgerold wordt.
• Application Name: dit kan iedere willekeurige naamgeving zijn.
• Managed Resource Group: al ingevuld. Dit kan iedere willekeurige naamgeving zijn.

Optioneel kan in de Options tab de data retentie opgehoogt worden. Let hierbij op dat dit de Azure kosten beinvloed (tot 90 dagen is gratis).

Klik vervolgens op de Review + Create knop om de deployment te starten. Attic zal automatisch detecteren dat de deployment afgerond is, op dat moment wordt de volgende stap beschikbaar gesteld.

8. Voer de stap Enable Data Connectors uit (ingelogd in eindklant tenant)

Dit schakelt de benodigde data connectoren in.

9. Onboarding afgerond.